Nederlands-Vlaamse samenwerking op terrein van internationalisering hoger onderwijs: "Nederland en Vlaanderen moeten zich samen profileren in internationaal onderwijs"

Brussel - 3 juni 2019 - Het Algemeen-Nederlands Verbond stelde vandaag in Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel de resultaten voor van een ​ onderzoek naar de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland op vlak van de internationalisering van het hoger onderwijs. Het onderzoek, uitgevoerd door Dialogic uit Utrecht en Idea Consult uit Brussel, trekt een aantal opvallende besluiten. "Iedereen wil wel samenwerken, maar een ander moet ermee beginnen", stelt Frank Judo van het ANV.

  • Nederland is koploper, Vlaanderen volgt
  • Gezamenlijke initiatieven op het vlak van internationalisering bestaan op institutioneel, beleids- en instellingsniveau
  • Sterkere samenwerking rond internationalisering van het hoger onderwijs lijkt evident, maar ligt niet voor de hand
  • Bedrijven structureel betrekken bij internationalisering is wenselijk, maar blijkt moeilijk
  • Vooral ‘the Nordic co-operation’ inspireert, maar staat ver van de huidige realiteit in de Lage landen

Damesakkoord als uitganspunt

ANV stelt een bondig onderzoeksrapport voor met aanbevelingen en overwegingen voor universiteiten, overheden en andere stakeholders. Het rapport is voorzien van bijlagen waarmee bestaande Nederlandse, Vlaamse, Nederlands-Vlaamse en buitenlandse initiatieven, cijfers en knelpunten in beeld worden gebracht.

De onderzoekers gaan uit van het Damesakkoord, dat in 2016 werd gesloten tussen Vlaanderen en Nederland.

“Vlaanderen en Nederland zien processen van internationalisering, grensoverschrijdende samenwerking en inkomende en uitgaande mobiliteit in de eerste plaats als kansen voor zowel het Vlaamse als het Nederlandse onderwijs. Zij menen dat die kansen zoveel mogelijk samen genomen moeten worden, op het politieke en op het ambtelijke niveau, maar in het bijzonder ook op het niveau van de onderwijsinstellingen zelf en van leerlingen, studenten en docenten individueel.” - Damesakkoord 2016

De onderzoekers gaan na wat er in de praktijk van de aangekondigde samenwerking in huis is gekomen en hoe eventuele knelpunten kunnen worden opgelost. Al snel werd duidelijk dat Vlaanderen en Nederland door te weinig samenwerking kansen laten. ANV schuift dan ook een aantal aanbevelingen naar voor om dit te verhelpen. ​

 

Belangrijkste conclusies

Nederland koploper

Nederland zet de toon door het ​ actief verwelkomen van internationaal talent, vooral ingegeven door economische argumenten. In Vlaanderen is internationalisering in functie van de kenniseconomie nieuw op de beleidsagenda.

"Het actief verwelkomen van internationaal talent heeft enkele positieve gevolgen gehad voor de Nederlandse maatschappij”, zegt Judo. "Onderzoeken van het Centraal Bureau van Statistiek en EP-Nuffic geven aan dat minstens een kwart van de internationale studenten in Nederland blijft wonen. Dit levert de Nederlandse staatskas jaarlijks zo’n € 1,57 miljard op."

Gezamenlijke initiatieven

Het onderzoek brengt ook de gezamenlijke initiatieven op vlak van internationalisering in kaart.

Na het damesakkoord speelde de NVAO (de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie) een belangrijke rol in het gezamenlijk op een hoger niveau tillen van de internationalisering, maar de organisatie besteed hier inmiddels minder aandacht aan.

De onderzoekers schuiven vooral 'joint programmes' naar voor als een effectieve manier van institutionele samenwerking. De transnationale universiteit Limburg, was dan weer geen onverdeeld succes.

 

Sterkere samenwerking lijkt evident, maar ligt niet voor de hand

De onderzoekers geven aan dat een samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland omwille van praktische redenen (dezelfde taal) evident zou moeten zijn, maar dat is het niet. De ongelijke snelheden in beide landen verhinderen dit.

 

Samenwerking met bedrijven

Bedrijven hebben belang bij het aantrekken van buitenlands talent, maar het gebrek aan middelen en afsprakenkader, aangevuld met een verschil in bedrijfscultuur belemmeren de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. De onderzoekers geven ook aan dat een structureel contact tussen partijen in deze mist.

 

Aanpak andere landen

Wanneer naar best practices wordt gekeken, dan springen vooral Duitsland en de Scandinavische en Baltische staten in het oog.


De Duitse aanpak vandaag is vergelijkbaar met de Nederlandse. De Scandinavische landen ontwikkelden een 'Nordic co-operation' die erin bestaat de regio op vlak van hoger onderwijs in zijn geheel in de verf te zetten door onder meer een gezamenlijke branding; een gezamenlijke raad waar de ministers van onderwijs en onderzoek in zetelen; een Nordic Master Programme; het Nordic Network of International Schools... Ook de Baltische staten werken intensief samen en kennen diverse netwerken waarmee ze samen naar buiten treden.

De buitenlandse voorbeelden verschillen van de Vlaams-Nederlandse samenwerking door het feit dat ze kiezen voor een structurele samenwerking en een gezamenlijke branding.

 

Belangrijkste aanbevelingen

"De buitenlandse voorbeelden tonen aan dat Vlaanderen en Nederland kansen laten liggen door een gebrek aan structurele samenwerking op vlak van de internationalisering van het hoger onderwijs", besluit Frank Judo van ANV. "Nochtans was de aanzet op basis van het Damesakkoord goed. Het is nu tijd om het beleid in beide landen bij te sturen."

De onderzoekers komen met een aantal aanbevelingen.

  • Nederland en Vlaanderen samen sterker richting Europa
  • Voer meer dialoog om samen tot een beter evenwicht te komen en gematigdheid te vinden aan beide kanten
  • Samenwerking op het gebied van onderwijsaanbod kan voor meer diversiteit zorgen
  • Overweeg of Nuffic bevoegdheid in Vlaanderen gegeven kan worden
  • Samenwerking doen slagen vergt energie, afspraken en geld
  • Stimuleer structurele samenwerking tussen hoger onderwijs en bedrijven en stem het wervingsbeleid van internationale studenten meer af op de behoeften van bedrijven

Meer informatie en interviewaanvragen zijn mogelijk via Talking Birds Public Relations.

Bram Boriau

Talking Birds manager, Talking Birds

 

Het volledige rapport, met inbegrip van de methodologie, vindt u hier.

Het onderzoeksrapport

PDF 800 KB

 

 

Share

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Talking Birds Public Relations

Talking Birds geeft strategisch communicatieadvies en is erg goed in persrelatiescrisiscommunicatiesocial en influencer management. We ontwikkelen pr-acties en geven opleidingen.

We zijn klein genoeg om het gezellig en toegankelijk te houden en met zeven medewerkers in België en Nederland groot genoeg om een breed scala aan diverse projecten en klanten aan te kunnen. Iedereen heeft zijn specialiteit en we laten onze mensen naar hun interesses groeien. We letten erop dat iedereen een beperkt aantal projecten beheert en niet te veel werkt.

Talking Birds creëert een comfortabele sfeer. We leven ons maximaal in klanten, media en doelpubliek in. We zijn zeer open in onze analyses en vertellen je zonder filter maar beleefd waar het op staat. We personaliseren onze diensten en automatiseren waar mogelijk.

Talking Birds werd in 2016 opgericht door Bram Boriau.

Neem contact op met

Koningsstraat 239 1210 Brussel

+32 (2) 217 96 01

bram@talkingbirds.be

www.talkingbirds.be