Mogelijk 410 overlijdens door nieuwe fabriek voor plasticbouwstenen van Ineos in Antwerpen: organisaties trekken opnieuw naar rechtbank na verontrustende rapporten

Antwerpen – 6 november 2025 - Een brede coalitie van advocaten, organisaties en burgers legt vandaag een nieuwe klacht neer tegen Project One, de in aanbouw zijnde fabriek voor plasticbouwstenen van Ineos in de haven van Antwerpen. “We vertrouwen erop dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen rekening houdt met nieuwe elementen rond de impact van de verwachte uitstoot, niet alleen in Antwerpen en omgeving, maar over heel de keten”, zegt Dries Verhaeghe van vzw Dryade.
De coalitie die de nieuwe klacht indient benadrukt dat rekening moet gehouden worden met de impact die de fabriek kan hebben, niet enkel op de (directe) omgeving, maar ook op de mogelijke impact in andere landen. Dat een dergelijke impactanalyse moet gebeuren is bevestigd in recente rechtspraak (zie infra). Nieuw onderzoek toont daarenboven aan dat de mogelijke schade aan mens en milieu veel groter is dan eerst aangegeven door de Britse multinational.
Organisaties trekken dus weer naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen om de bouw stil te leggen.
“We hopen dat er nu een definitieve uitspraak komt waardoor dit vervuilende politieke prestigeproject met nefaste gevolgen voor Antwerpen en ver daarbuiten kan worden stilgelegd”, zegt Dries Verhaeghe van Dryade.
_ChangeBrussels.jpg)
410 vroegtijdige overlijdens
Een nieuwe reeks rapporten, opgesteld als bewijsmateriaal voor de rechtszaak, werd vandaag bij de rechtbank neergelegd. De studies suggereren dat zowel de wereldwijde klimaatimpact als de gevolgen voor de volksgezondheid van de fabriek ernstig zijn onderschat – precies wat juristen al geruime tijd aanvoeren.
De nieuwe gezondheidsrapporten schatten dat de regionale luchtvervuiling die Project One kan veroorzaken, zou kunnen leiden tot 410 vroegtijdige overlijdens door de uitstoot van giftige fijnstofdeeltjes.
Andere voorspelde gevolgen zijn meer dan 100 nieuwe gevallen van astma bij kinderen en een toename van ziekenhuisopnames voor ademhalings- en hart- en vaatziekten.
Voor wat betreft de uitstoot, schat een onafhankelijke, conservatieve berekening van Data Desk dat de volledige uitstoot over de hele productieketen kan oplopen tot 3,8 miljoen ton CO₂-equivalent per jaar, vergelijkbaar met die van Democratische Republiek Congo. Ineos zelf schat de rechtstreekse jaarlijkse CO₂-uitstoot van Project One op 655.000 ton CO₂-equivalent – ongeveer evenveel als de volledige uitstoot van een land als Eritrea. Een vergunningsaanvraag voor een groot industrieel project als dit moet op basis van recente internationale rechtspraak de volledige uitstoot van de productiecyclus in kaart brengen. Ineos heeft volgens de initiatiefnemers van de nieuwe klacht nagelaten dit te doen.
Organisaties maken zich zorgen
"Wij verwachten van ministers dat ze de wet respecteren. Project One zou miljoenen tonnen schaliegas omzetten in miljoenen tonnen bouwstenen voor wegwerpplastics, die in de natuur of in verbrandingsovens eindigen. Dit zou klimaat en gezondheid enorm beschadigen, hoe groen de woorden van CEO's ook mogen klinken. Vergunnen zonder hier rekening mee te houden, kan niet langer.”, zegt Kira Van den Ende van Bond Beter Leefmilieu.

"We hebben in omliggende natuurgebieden onderzoek laten uitvoeren naar kwetsbare natuurtypen, zoals heiden en vennen. Op de helft van de plekken waren al zoveel kenmerkende soorten verdwenen dat je eigenlijk niet meer kan zeggen dat die natuurtypen er nog zijn. De bodem is ook op alle onderzochte locaties afgekeurd. Er is te veel stikstof opgehoopt en dat werkt ook door op andere stoffen in de bodem. Het is echt belangrijk dat er niet nog meer vervuiling bijkomt, want dan zou herstel nog verder uit zicht raken.", zegt Stijn van Uffelen, vertegenwoordiger van MOB.

Wereldwijde uitstoot moet mee in rekening worden genomen
Rechtbanken over heel de hele wereld hebben in recente procedures belangrijke verduidelijkingen gegeven over de opname van ‘Scope 3’-uitstoot in milieueffectrapportages (MER). Dat is uitstoot die niet ter plaatse plaatsvindt, maar die nooit zou kunnen ontstaan als de installatie er niet was.
In het geval van Project One gaat het om de aanzienlijke uitstoot die voortkomt uit het fracken en verwerken van gas in de VS om de fabriek te bevoorraden – en om de ‘downstream’-uitstoot van de verbranding van het uiteindelijke plasticafval. Volgens recente nationale en internationale uitspraken moeten deze emissies volledig en nauwkeurig worden opgenomen in een milieueffectrapportage.
Tatiana Luján, advocaat bij ClientEarth die de zaak leidt, zegt:
“We weten inmiddels onomstotelijk dat de wereld geen nieuwe infrastructuur nodig heeft voor de productie van plastic. Toch buigen Europese autoriteiten zich in allerlei bochten om de grootste plasticinstallatie van het continent mogelijk te maken. Project One heeft een glanzend imago, maar het verhaal erachter is dat van fossiele brandstoffen. De aanvoerketen van het gas gaat gepaard met onrecht en enorme uitstoot, en dat blijft grotendeels onder de radar. Tegelijk hebben experts gedetailleerd berekend welke lokale gevolgen er zullen zijn — gevolgen waar het Belgische publiek nauwelijks van op de hoogte is. Recente rechterlijke uitspraken over hoe overheden de werkelijke impact van industriële projecten moeten becijferen, veranderen de vooruitzichten van deze zaak fundamenteel. Dit is de eerste keer dat een rechtbank zich zal uitspreken over Scope 3-emissies in verband met plasticproductie. Dat maakt het een cruciale zaak.”
Aan de bron van het gas
De aandacht verschuift nu naar de herkomst van het gas dat nodig zou zijn om de fabriek te laten draaien. Ineos verscheept momenteel al een groot deel van het gas voor zijn bestaande activiteiten in Antwerpen vanuit de Verenigde Staten, waar frackinginstallaties vaak pal naast woongebieden staan.
In het milieueffectrapport voor Project One geeft Ineos aan dat het de nieuwe fabriek wil bevoorraden met gas van Amerikaanse leveranciers afkomstig uit fracking.
In oktober bezochten gemeenschappen uit Amerikaanse frackingregio’s België om hun ervaringen te delen met politici in Vlaanderen en Brussel — aangezien de menselijke tol van het gebruik van fracked gas voor plasticproductie tot nu toe nauwelijks aandacht kreeg.
Jodi Borello, activiste uit Washington County (VS), woont op enkele honderden meters van zeven frackinginstallaties. Ze bracht de situatie in haar buurt voor een Grand Jury en getuigt:
“Mijn familie heeft jarenlang geleden onder de olie- en gasindustrie. We kregen neusbloedingen en werden behandeld voor chemische brandwonden aan huid en ogen. Mijn boodschap aan Europese beleidsmakers is duidelijk: fracking schaadt mensen — het veroorzaakt kanker en vernietigt onze manier van leven.”
Shiv Srivastava, beleidsdirecteur van Fenceline Watch in Texas, zegt:
“Gemeenschappen langs de Golfkust, waaronder de mijne in Houston, lijden onder de gevolgen van bedrijven die in de EU gevestigd zijn. Te lang heeft de industrie het narratief rond petrochemie bepaald — altijd over de ‘wereldwijde toeleveringsketen’. Het moet eindelijk gaan over de internationale mensenketen die ons allemaal verbindt — onze verhalen, onze families, onze omgeving, onze veiligheid en onze bestaanszekerheid. Daarbovenop focust elke poging om de industrie ‘schoner’ te maken enkel op broeikasgassen. Maar praten over decarbonisatie zonder te spreken over ontgifting is bedrog. Om de klimaatcrisis echt aan te pakken en de volksgezondheid te beschermen, moeten we de toxische chemicaliën in het hart van de petrochemie onder ogen zien.”
Noot voor de redactie
Een mediapakket is hier beschikbaar – graag de beelden crediteren zoals vermeld in de metadata.
Project One is een chemische installatie van € 4 miljard die momenteel in aanbouw is in de haven van Antwerpen. De fabriek zal ethaan (uit Amerikaans schaliegas) omzetten in ethyleen – de grondstof waarmee plastic wordt gemaakt. Dit proces heet ‘kraken’, vandaar dat de installatie een ‘kraker’ wordt genoemd.
Het project is eigendom van Ineos, een Brits bedrijf dat onlangs ook voetbalclub Manchester United heeft overgenomen.
De bouw is aan de gang sinds december 2022, ondanks vier opeenvolgende rechtszaken die ngo’s en buurlanden hebben aangespannen tegen de Vlaamse overheid. De eerste klacht dateert van 2020. De rechtbank beval toen de schorsing. INEOS trok daarop de vergunningsaanvraag in en diende een nieuwe aanvraag in. Ngo’s gingen opnieuw naar de rechter, en in een parallelle zaak kreeg de Nederlandse provincie Noord-Brabant in 2023 gelijk: de vergunning werd vernietigd en INEOS moest opnieuw beginnen. Het bedrijf ging in administratief beroep bij de Raad van State, maar het vonnis werd vorige maand bevestigd. De nieuwe klacht van vandaag richt zich tegen de laatste vergunning, die in januari van dit jaar werd goedgekeurd.
De juridische procedures draaien rond wat experten en advocaten omschrijven als een ernstige onderschatting van de werkelijke impact van de bouw en exploitatie van de installatie. Tijdens eerdere procedures en ook nu betwist INEOS de bevindingen van onafhankelijke wetenschappers.
De vijftien partijen achter de klacht zijn:
ClientEarth, Greenpeace België, WWF, Grootouders voor het Klimaat, De Steltkluut, Gallifrey Foundation, Bond Beter Leefmilieu, Mobilisation for the Environment (MOB), Fair Resource Foundation, Plastic Soup Foundation, Fairfin, Dryade, BOS+, Klimaatzaak en Climaxi.
Project One heeft aanzienlijke overheidssubsidies ontvangen uit het Verenigd Koninkrijk, Vlaanderen, Spanje en Italië. Alleen al het VK verleende een garantie van 600 miljoen pond; Vlaanderen kende recent nog een bijkomende ‘duurzaamheidssubsidie’ van € 2 miljoen toe aan de door fossiele brandstoffen aangedreven installatie. De Vlaamse regering stelt zich ook garant voor het project, ten belope van een bedrag van € 500 miljoen.
Een rapport van Stand.earth van begin dit jaar traceerde delen van de gasvoorziening van INEOS terug tot de Permian Basin in Texas, waar bezorgdheden bestaan over mensenrechten en milieuvervuiling.
Lees ook het nieuwe rapport van FairFin, “De hoge kosten van de Vlaamse petrochemische industrie: kritische analyse van een fossiele sector.”
Zie ook de analyse van S&P Global over overcapaciteit in de Europese petrochemie.
De plasticproductie is de grootste drijvende kracht achter de petrochemische industrie, aangezien petrochemie voortkomt uit olie en gas. Petrochemische bedrijven zijn dus belangrijke motoren van de wereldwijde vraag naar fossiele brandstoffen.
[1] Belangrijkste bevindingen uit de nieuwe rapporten
Toegang tot de rapporten, die als bewijsmateriaal bij de rechtbank werden ingediend, is op aanvraag beschikbaar.
Gezondheid
Twee rapporten van Energy and Clean Air Analytics (ECAA) en het Centre for Research on Energy and Clean Air (CREA) analyseren de geschatte gezondheidseffecten in de regio rond Project One.
Volgens het rapport van ECAA zou blootstelling aan NO₂ afkomstig van de fabriek, leiden tot een geraamd aantal van 280 overlijdens over 40 jaar exploitatie binnen een straal van 50 km rond het project. Andere geschatte gezondheidseffecten omvatten 110 nieuwe gevallen van astma bij kinderen en 120 spoedopnames voor astma.
Deze cijfers komen bovenop de 130 overlijdens door blootstelling aan PM₂.₅ en ozon die in een eerder rapport werden vermeld, aangezien deze effecten over een ruimer gebied werden berekend en NO₂ daar toen niet in werd meegenomen.
Het CREA-rapport beschrijft daarnaast geraamde ziekenhuisopnames voor hart- en longaandoeningen, bronchitis en dagen met beperkte activiteit, allemaal in verband met blootstelling aan fijnstof dat door de fabriek zou worden uitgestoten.
Het rapport uit ook kritiek op de aanpak die INEOS hanteerde in zijn milieueffectrapportage.
Aangezien niet exact bekend is van welke Amerikaanse sites het gas zal komen, concentreren deze rapporten zich op de lokale gezondheidseffecten binnen België.
Koolstof en methaan
Twee rapporten van Data Desk en Oilfield Witness onderzoeken de volledige uitstoot over de hele productieketenvan de fabriek (dus inclusief Scope 3), die momenteel niet in de MER is opgenomen.
Volgens Data Desk zijn de indirecte emissies van Project One “aanzienlijk en zullen ze de directe uitstoot ter plaatse ruimschoots overtreffen”.
Hoewel de installatie mogelijk efficiënter is dan oudere Europese krakers, suggereert het rapport dat “die efficiëntie wordt bereikt door de uitstootlast te verschuiven naar andere delen van de wereld en andere fasen van de plasticcyclus.”
Een volledige milieubeoordeling mag die indirecte, onzichtbare emissies niet negeren, aldus het rapport.
Data Desk concludeert dat de totale uitstoot van Project One, inclusief Scope 3, vier tot vijf keer hoger kan zijn dan de CO₂-schatting in de MER van Ineos.
Oilfield Witness wijst op verborgen methaanuitstoot die waarschijnlijk optreedt in de toeleveringsketen bij gaswinning, op basis van eerdere bedenkingen over het rapportagegedrag van de leveranciers die Ineos vermeldt.
Het rapport stelt: “Onafhankelijke schattingen van de gemiddelde methaanuitstoot in de productieregio’s voor gas bestemd voor het INEOS-project zijn 9,5 keer hoger dan de door de leveranciers zelf gerapporteerde waarden.”
Methaan is een krachtig broeikasgas, 80 keer schadelijker dan CO₂ over een periode van twintig jaar.
Tijdens een bezoek aan de werf deze zomer werd premier Bart De Wever geciteerd:
“De vorderingen op de werf van Project One zijn zonder meer indrukwekkend en bevestigen waarom ik altijd voor dit project heb gevochten. Wat we hier voor onze ogen zien gebeuren, is hoe investeringen in nieuwe technologie de CO2-uitstoot drastisch verminderen en onze welvaart verzekeren voor de toekomst.”
[2] Nieuwe precedenten over de opname van Scope 3-emissies in MER’s
Verenigd Koninkrijk: In de zaak Finch bevestigde het Britse Hooggerechtshof in 2024 dat overheden bij projectgoedkeuring rekening moeten houden met de ‘downstream’-emissies (bijvoorbeeld de verbranding van gewonnen olie). In eerdere Project One-zaken baseerde INEOS zich op de vroegere beslissing in Finch – maar dat arrest is inmiddels vernietigd.
EVA-Hof (EFTA): In 2025 oordeelde het Europees Vrijhandelsassociatiehof dat Scope 3-emissies moeten worden beoordeeld bij de goedkeuring van olieprojecten. Zonder die beoordeling is goedkeuring verboden. De rechtbank benadrukte dat de beoordelende autoriteiten “volledig controle hebben over het al dan niet doen plaatsvinden van de milieueffecten”.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Vorige week oordeelde het EHRM in een zaak van Greenpeace Nordic en anderen dat bij petroleumprojecten een milieueffectrapportage “ten minste een kwantificering moet bevatten van de verwachte uitstoot van broeikasgassen – inclusief verbrandingsemissies in binnen- en buitenland – en dat overheden moeten beoordelen of die activiteit verenigbaar is met hun nationale en internationale verplichtingen inzake klimaatactie.”
Internationaal Gerechtshof (ICJ): In een bijhorende verklaring bij het advies van juli 2025 stelden twee rechters dat Scope 3-emissies verplicht deel moeten uitmaken van milieueffectbeoordelingen.
Meer info? Interview?
Aarzel niet om contact op te nemen indien u meer informatie wenst of een interview wil opzetten.
Extra foto's vindt u via deze link.